De meimaand is een scharnierpunt in het seizoen. Er kan volop ter plaatse gezaaid worden en planten die in opkweek zijn staan te dringen om te worden uitgeplant in de volle grond. Vergeet ze niet af te harden: gewoon de warmste uren van de dag buiten zetten. Van 11 tot 15 mei spreekt men van de ‘ijsheiligen’: tot dan is er kans op late vorst. Maar eens 15 mei gepasseerd, kunnen courgettes en pompoenen uit hun te klein geworden potten gehaald worden om uit te planten en kan je bonen in de volle grond zaaien. Maar wacht toch maar met dat zaaien tot er een periode aanbreekt met vrij mooi en droog weer. Bonenzaad schuwt nattigheid en koude! Dat geldt ook voor Basilicum, het populaire keukenkruid. Zaai nu witloof, wil je in de wintermaanden van deze groente oogsten.
De moestuin raakt dus steeds voller en hier en daar oogst je al de vrucht van een goede planning: zo kunnen sla, radijzen, spinazie, die tijdig werden gezaaid al geoogst worden.
Kropsla Appia.
Een terechte klassieker onder de slarassen. Een grote, blonde kropsla met een mals blad voor het ganse seizoen.