Standplaats van de kamperfoelie
Er zijn veel verschillende soorten kamperfoelie. De meeste zijn echte klimmers die flink kunnen groeien en zo kale schuttingen en muren bedekken. Sommige kamperfoelies groeien meer in de vorm van een struik. Net als de clematis hebben ze hun voet graag in de schaduw en hun ranken in de zon. Hoe meer zon, hoe meer bloemen. De bloemen geuren heerlijk, vooral in de avonduren, en trekken bijen en nachtvlinders aan. In het najaar veranderen de bloemen in rode, blauwe of zwarte bessen, die voor ons giftig zijn, maar vogels zijn er dol op. Kamperfoelie staat graag in vochtige, maar goed water doorlatende, humusrijke grond; het is immers van nature een bosplant.
Snoei van en ziekten bij de kamperfoelie
De wilde boskamperfoelie (Lonicera periclymenum) bloeit van half mei tot eind september met crèmekleurige bloemen die ’s avonds geuren. Deze soort houdt er niet van gesnoeid te worden. Bij de andere soorten kunt u na de bloei de lange en kaal geworden stengels inkorten. Om de plant na een paar jaar te verjongen kunt u hem in maart tot 30 centimeter boven de grond terugsnoeien. Geef dan meteen koemestkorrels om de plant weer fris van start te laten gaan.
Net als veel andere planten kunnen kamperfoelies gevoelig zijn voor bladluis. En wanneer ze te droog of te nat staan kunnen ze last krijgen van meeldauw. Beide kwalen kunt u bestrijden met biologische middelen die u in ons tuincentrum vindt. Bladluis kunt u ook verwijderen met een harde straal water uit de tuinslang of met een mengsel van water en groene zeep.
Planttijd van de kamperfoelie
Kamperfoelie kunt u van het vroege voorjaar tot het late najaar planten, mits het niet vriest. Een aanrader om nu nog te planten is de winterbloeiende kamperfoelie Lonicera fragrantissima. Dit is een sterk groeiende, bossige struik die in de winter en het vroege voorjaar bloeit met zoet geurende crème-witte bloemen. Heeft hij het naar zijn zin, dan behoudt hij ook zijn blad in de winter.